Een auto met 519 kilometer op de teller is niet gloednieuw. Er hoeft daarom niet de volle mep aan BPM te worden betaald als je zo’n auto importeert.

Dat oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant onlangs.

In de autohandel was het jarenlang een bekende truc. Je koopt in Duitsland een gloednieuwe auto, laat die auto goedkeuren door de RDW en zet er een Nederlands kenteken op. Je moet dan wel de gehate aanschafbelasting BPM betalen, maar omdat je de auto importeert als gebruikte auto, wordt de marktwaarde geacht een stuk lager te zijn. En dus betaal je ook minder BPM.

Jarenlang ging dit goed en kon je een geïmporteerde nieuwe auto makkelijk als ‘gebruikt’ laten registreren. Maar sinds 2010 hanteert de Belastingdienst andere criteria om te bepalen of een auto al dan niet ‘gebruikt’ is. De wet schrijft geen harde criteria voor, maar in de praktijk let de Belastingdienst op zaken als gebruikssporen en kilometerstand.

Hoe nieuw is auto met 519 km op teller?

In dit geval ging het om een Jeep Wrangler 2.8 CRD Rubicon, die in Duitsland werd gekocht door een Nederlander. Bij de aankoop stond er 519 kilometer op de teller. De nieuwe eigenaar ging bij de registratie van zijn geïmporteerde Jeep in Nederland uit van een waarde van de auto van 35.164 euro waarover hij ruim 16.253 euro aan BPM betaalde.

De Nederlandse catalogusprijs van de auto was 59.485 euro. Dat betekent dat de eigenaar uitging van een afschrijving van 41 procent in 4 maanden.

De Belastingdienst ging daar niet mee akkoord en wilde de catalogusprijs hanteren als grondslag voor de BPM. Dat zou betekenen dat de eigenaar ruim 11.000 euro meer aan BPM zou moeten betalen.

De rechtbank ging er tussenin zitten en bepaalde een redelijke afschrijving 15 procent. Daarvoor waren twee argumenten belangrijk:

1. De Nederlandse koper van de auto had de auto pas gekocht nadat deze in Duitsland was geregistreerd. Dat betekent dat er volgens de rechtbank niet duidelijk sprake was van opzet (de U-bochtconstructie).

2. De bij aankoop 519 gereden kilometers zijn niet gereden door de Nederlander, maar door een andere, eerdere eigenaar. De Nederlander liet naar eigen zeggen de Jeep op een oplegger naar Nederland vervoeren en liet de auto keuren door de RDW.

De rechtbank verhoogde uiteindelijk de te betalen BPM met 7.000 euro en niet met ruim 11.000 euro, zoals de Belastingdienst wilde.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl